hellingbaan bb concluderen

Pagina top navigatie elementen

Hellingbaan groep 8

concluderen

Transcript

LEERLING 1: Je ziet dat dit een beetje hetzelfde is, maar steeds eentje verschil.
LEERLING 2: Ja die is wel iets meer (...).
LEERLING 1: Drie..twee..een.. (knikkers rollen naar beneden).
LEERLING 2: 16 en 18. Baan 2 is 16. 
LEERLING 1: Kijk je ziet dat deze meer hetzelfde blijft.. 16, 15. En dat hier wat meer verschil in zit. (knikkers rollen weer naar beneden). 18 en 16. Kijk, nu zie je het eigenlijk.  
LEERLING 2: Bij welke?
LEERLING 1: 18 en 16. 
LEERLING 2: Dit is van.. maar nu hebben we ruw. En dit is vlak. Ja of glad. 
LEERLING 1: En ik denk dat het eraan ligt omdat dit zwaar is. Ja een beetje zacht, ruwachtig. 
LEERLING 2: En dan was deze dus ruw. 
LEERLING 1: En omdat dit lichter is en dus makkelijker over dit kan glijden.   
LEERLING 2: Ja.
LEERLING 1: En dit gaat moeilijker omdat zwaar en dit remt af, maar omdat deze lichter is gaat die er zo makkelijker zo over heen. 

LEERLING 1: Dan hebben we in ieder geval de conclusie. 
LEERLING 2: Eeh, maar wat is dit? Welke kant is dit?
LEERLING 1: Dat is blauw. 
LEERLING 2: Okee.
LEERLING 1: Dus de blauwe bal heeft gemiddeld..
LEERLING 2: Iets sneller.
LEERLING 1: Die rolt ongeveer..
LEERLING 2: En nog een keer proberen. 
LEERLING 1: Wacht even..
LEERLING 2: Kijken of die op hetzelfde uitkomt. 
LEERLING 1: Wacht even. Een van de vijf is vijf..(schrijft op het blad). Dus de rode komt gemiddeld tot 13 en de blauwe komt gemiddeld tot 13,2. Ja, dat slaat ook nergens op. 
LEERLING 2: Eeh maar Henkie we gaan nu nog een keertje proberen, kijken of die op hetzelfde komt. 

LEERKRACHT: Wat zijn jullie nu aan het doen?
LEERLING 1: Nou, we voorspellen zeg maar eerst welke we denken dat verder komt. 
LEERKRACHT: En welke dan?
LEERLING 1: Deze keer was het dat het op deze positie baan 1 verder kwam.
LEERKRACHT: En dat had je ook voorspeld?
LEERLING 1: Nee ik had voorspeld dat deze verder kwam (wijst baan 2 aan) en Louis dacht dat die verder kwam (wijst baan 1 aan).   
LEERKRACHT: En waarom dacht jij dat die verder kwam?
LEERLING 1: Ik dacht de zware knikker die komt verder omdat het glad is, want dan heeft die meer vaart.  En want op de ruwe kant was het zo dat de lichte knikker eigenlijk verder kwam. Dus, ja ik dacht dat het nu dan de zware knikker is.
LEERKRACHT: En dat was dus niet zo? En waarom dan niet? 
LEERLING 2: Het ging wel gelijk op. 
LEERKRACHT: Het ging wel gelijk op. En waarom denk je dan dat dat niet zo is? 
LEERLING 1: Ja, omdat toch de lichte kan makkelijker over de ribbels denk ik heenkomen, die heeft er minder gewicht denk ik op. 
LEERKRACHT: Okee.

Omschrijving

Leerlingen ontdekken dat de herhaalde metingen steeds hetzelfde resultaat opleveren: de ene bal rolt verder dan de andere bal. Ze zoeken ook al direct naar een verklaring voor de gevonden resultaten. Dit laat zien hoe de fases in de onderzoekscyclus soms ook overlappen: het concluderen gebeurt deels al tijdens het uitvoeren van het experiment.

Kijkwijzer

Zie je hoe betrokken de leerlingen hier zijn? Ze proberen er door samen te redeneren achter te komen waar het nou aan ligt dat de ene bal verder rolt dan de andere. Sommige groepjes gaan zelfs verder dan dat: zij maken een vergelijking tussen de resultaten van 2 experimenten: de lichte en de zware bal op de gladde baan en de lichte en de zware bal op de stroeve baan. 

Lesfasen